Cultureel erfgoed, zoals kerken, molens en andere monumentale panden worden vaak door gemeenten, particulieren of organisaties van de hand gedaan, omdat het onderhoud te duur is of omdat ze de expertise missen om dit soort objecten te kunnen onderhouden én behouden.
Soms gaat het om panden die door herbestemming een andere functie kunnen krijgen en daardoor rendabel gemaakt kunnen worden, maar vaak gaat het daarbij om onrendabele monumenten. Dat wil zeggen dat er geen of slechts een minimale inkomstenbron tegenover staat.
Kennis en ervaring
Een organisatie als Het Drentse Landschap heeft kennis en ervaring op het gebied van herbestemming, onderhoud en beheer. Met name de laatste decennia wordt de stichting dan ook vaak gevraagd om dit soort monumentale objecten over te nemen. Een voorbeeld hiervan is de overdracht van zeven molens door de gemeente Coevorden. Erfgoedbeheer is voor een gemeente geen kerntaak. Om de toekomst van de molens veilig te stellen heeft zij de molens overgedragen aan Het Drentse Landschap. In de periode van december 2018 tot aan het voorjaar van 2021 zijn de molens succesievelijk in handen gekomen van Het Drentse Landschap.
11 molens in bezit
Om deze molens (Het Drentse Landschap heeft inmiddels 11 molens in haar bezit) en andere onrendabele monumenten te kunnen onderhouden heeft Het Drentse Landschap een aantal jaren geleden het Fonds Onrendabele Monumenten Drenthe (FOMDrenthe) opgericht. Van elk object vraagt de stichting een zogeheten bruidsschat. Die wordt geoormerkt en komt terecht in dit fonds. Vanuit dat fonds wordt vervolgens het onderhoud van het betreffende object betaald.
Steun lokale gemeenschap
Alleen geld is niet genoeg. Voor de dagelijkse zorg is steun van de lokale gemeenschap nodig. Zonder die steun zou het onmogelijk zijn om dit soort monumentale objecten zoals molens te kunnen behouden. Een mooi voorbeeld van de steun vanuit de lokale gemeenschap is te zien bij de Jantina Helling in Aalden. Het is een van de zeven molens die in de afgelopen jaren door de gemeente Coevorden is overgedragen aan Het Drentse Landschap. Rond de molen in Aalden bestaat al geruime tijd een levendig vrijwilligersnetwerk. De vereniging Vrienden van de Aeldermeul zet zich enorm in om het vrijwilligersnetwerk in stand te houden en te enthousiasmeren.
Trots
Voorzitter Jan Hooge (59) uit Aalden is trots op de inzet en betrokkenheid van de vele molenvrienden. “Ruim veertig jaar geleden is de vereniging opgericht met als doel de molen te behouden voor de toekomst. Molens zijn, net als kerktorens, bakens in het landschap. Herkenningspunten die een stad of dorp een gezicht geven. Het is belangrijk om dit soort iconen te behouden, ook voor toekomstige generaties”, benadrukt Hooge de betekenis van het cultureel erfgoed. De vereniging telt op dit moment circa 800 leden; voornamelijk bewoners en oud-bewoners van de voormalige gemeente Zweeloo. “Bij het beheer leveren onze vrijwilligers een groot aandeel, wat een levendige, optimistische sfeer op de molen creëert. Dat is niet anders geworden nu Het Drentse Landschap de eigenaar is”, zegt de voorzitter. Ook in de toekomst zal deze unieke groep van gedreven vrijwilligers volgens Hooge een belangrijke spil zijn bij de molen. “Het hechte netwerk van enthousiaste vrijwilligers en molenaars, blijft op dezelfde wijze betrokken en blijven hun werkzaamheden doen.”
Niet te missen
Wie vanuit het zuidwesten Aalden binnenrijdt, kan de molen niet missen. Dat beeld ervaren bewoners en bezoekers overigens al heel lang, want al in 1652 stond er op dezelfde plek een molen. Vanaf 1740 is de molen in bezit van de familie Helling. In 1890 wordt de molen door bliksem getroffen, waarna deze tot de grond toe is afgebrand. De molen wordt herbouwd en komt in 1899 in bezit van Jantina Helling. Aan haar dankt de molen haar huidige naam.
Molenaar
De Jantina Helling is een zogenaamde beltmolen. Een dergelijke molen staat op een kunstmatig opgeworpen heuvel, de molenbelt. Omdat de molen op een heuvel staat is er geen stelling aanwezig. De molen wordt door de molenaar dus vanaf de belt ‘gekruid’. Het kruien van de molen houdt in dat de wieken naar de wind worden gericht. Het woord kruien is afkomstig van het oorspronkelijk draaien van de standerdmolen met behulp van een soort kruiwagen. Bijzonder is dat in de heuvel zich aan twee zijden een doorgang bevindt, waardoor wagens voor laden en lossen de molen binnen kunnen rijden en er aan de andere kant weer uit kunnen.
Bron : Paulien Zomer / Het Drentse Landschap