Algemeen

Aandacht voor Jantina Hellingmolen in kwartaalblad van Het Drentse Landschap

Tussen 2019 en 2021 draagt de Gemeente Coevorden maar liefst zeven molens over aan Het Drentse Landschap. Deze monumenten zijn als bakens in het landschap zeer beeldbepalend. De historische waarde van een molen is niet beperkt tot het gebouw. Ook de werktuigbouwkundige onderdelen en de vaak rijke cultuurgeschiedenis zijn waardevol. Ze zijn sterk verbonden met een plaats of streek en bepalen mede de identiteit daarvan. Dat is ook de reden dat veel bewoners zich actief inzetten voor het behoud van deze monumenten.

© Foto Sake Elzinga-Het Drentse Landschap

Eèn van de zeven molens die inmiddels is overgedragen, is de Jantina Helling te Aalden. Wie vanuit het zuidwesten Aalden benadert, ziet de molen al snel staan. Dat beeld ervaren bewoners en bezoekers overigens al heel lang, want in 1652 stond hier al een molen. Vanaf 1740 is deze molen in bezit van de familie Helling. Nadat de molen enkele generaties lang van vader op zoon werd overgedragen, besloot Willem Helling jr. in 1835 een nieuwe molen te bouwen. Er verrees een grote, achtkante molen die twee functies had: het pellen van graankorrels (om het kaf van het koren te scheiden) en het malen van graan tot meel. De pel- en korenmolen werd in 1890 jammerlijk door de bliksem getroffen, waarna deze tot de grond toe afbrandde.

Verkoop
Na de herbouw van de molen komt deze in 1899 in bezit van de volgende telg uit de familie: Jantina Helling. Zij gaat niet zelf op de molen werken, maar verhuurt deze aan een derde. In 1919 komt de molen stil te liggen en na het overlijden van Jantina in 1949 besluiten de erfgenamen de molen voor een symbolisch bedrag te verkopen aan de zuivelfabriek en korenmalerij “Zweeloo”. Onder voorwaarde dat de molen de naam krijgt van de laatste eigenaresse. Aldus geschiedde.

In 1978 komt de molen in handen van de Gemeente. Kort daarna, in 1981, nemen de ‘Vrienden van Aeldermeul’ het dagelijkse beheer op zich. De stichting Vrienden van de Aeldermeul zorgt dus al bijna 30 jaar voor de molen. Verschillende restauraties zijn door hen bewerkstelligd. Met de overdracht van de molen aan Het Drentse Landschap verandert er voor hen in feite niets. Zij blijven als lokale beheerders, samen met de molenaars, de belangrijkste dragers voor behoud, functioneren en openstelling voor het publiek.

Kruien
Molens worden meestal ingedeeld naar functie, zoals een korenmolen of pelmolen. Een andere indeling is die naar bouwaard. De Jantina Helling is een zogenaamde beltmolen. 
Een dergelijke molen staat op een kunstmatig opgeworpen heuvel, de molenbelt. Omdat de molen op een heuvel staat is er geen stelling aanwezig. De molen wordt door de molenaar dus vanaf de belt ‘gekruid’. Het kruien van de molen houdt in dat de wieken naar de wind worden gericht. In de heuvel bevindt zich aan twee zijden een doorgang, waardoor wagens voor laden en lossen de molen binnen kunnen rijden en er aan de andere kant weer uit kunnen.

Beltmolens zijn zeldzamer dan stellingmolens. Er zijn er in totaal drie te vinden in Drenthe (op een totaal van 37 molens). De andere twee staan in Weerdinge en Ruinen. Het derde type dat in Drenthe voorkomt is de zogenaamde grondzeiler. Bij deze molens is er geen verhoging in de vorm van een onderbouw met stelling of een heuvel aanwezig. De wieken ‘zeilen over de grond’. Niet ver van de Jantina Helling, in Noord-Sleen, is zo’n grondzeiler te vinden. Deze molen is in 1906 gebouwd op basis van onderdelen van een korenmolen uit het Groningse Usquert. De molen draagt de naam Albertdina, een verwijzing naar de vrouw van een vroegere eigenaar.

Specialistische kennis
Ook de Albertdina wordt overgedragen aan Het Drentse Landschap. Door de komst van de molens van Coevorden heeft de stichting over een paar jaar maar liefst elf molens in bezit. De instandhouding van deze bijzondere monumenten vraagt om gedegen kennis. We werken daarom nauw samen met molenaars, adviseurs en aannemers die gespecialiseerd zijn in molenbouw. Om de instandhouding voor de toekomst te kunnen garanderen, is met de overdracht van de molens ook een bruidsschat gemoeid. Deze bruidsschat wordt door Het Drentse Landschap in een apart fonds ondergebracht, met als doel zorg te dragen voor voldoende financiële middelen voor onderhoud, nu en in de toekomst.

Het is belangrijk om deze unieke monumenten te behouden, maar het is minstens zo belangrijk dat mensen ze kunnen beleven. Ons doel is om de molens zoveel als mogelijk voor het publiek open te stellen. Dat kunnen we uiteraard niet zelf. Daarvoor is de inzet van plaatselijke beheerders en molenaars onmisbaar. De molens zijn in principe open voor bezichtiging door het publiek, meestal op zaterdagen. Ook tijdens de Drentse molendag (eind augustus) en open monumentendag (september) kunt u er terecht. Let vooral goed op als je de wieken van een molen ziet draaien. Dan zijn deze levende monumenten op zijn mooist!

Bron: Stichting Het Drentse Landschap

Gedeeld

Plaats een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *